Rond Noorder Haaks en Nieuwe Diep

Met KI aan tros naar Nederlands-Indië

Op 12 september 1916 verliet een bijzonder sleeptransport het Nieuwe Diep. Dit bestond uit de zeesleper Witte Zee van L. Smit & Co. uit Rotterdam met aan de tros de gloednieuwe onderzeeboot Zr.Ms. KI van de Koninklijke Marine. Reisdoel was Sabang in Nederlands-Indië. Een sleepreis in oorlogstijd waarin Nederland een neutrale rol speelde. De KI was de eerste onderzeeboot die speciaal was gebouwd om dienst te doen in onze Gordel van Smaragd.

De onderzeeboot KI (K staat voor Koloniën en I voor Romeinse cijfer 1) was in opdracht van het Ministerie van Koloniën op stapel gezet bij Koninklijke Maatschappij ”De Schelde” in Vlissingen. Het contract hiervoor was al in oktober 1910 ondertekend. Op 16 september 1911 werd de kiel gelegd van de 48,6 meter lange boot, die vervolgens op 20 mei 1913 te water ging. Het zou nog tot 15 juli 1915 duren voordat de boot was afgebouwd, had proefgevaren en in dienst was gesteld. In Den Helder werd de KI hierna gereed gemaakt om naar Nederlands-Indië te worden versleept. De Koninklijke Marine zette hiervoor de stoomsleper Witte Zee in van L. Smit & Co. uit Rotterdam.

Een zeesleepboot met een vermogen van 1.000 pk, gebouwd in 1914 bij J&K Smit in Kinderdijk. Vanwege de Eerste Wereldoorlog waren diverse Nederlandse zeesleepboten ingedeeld bij de zogeheten Onderzoekingsdienst van de marine. De Witte Zee was hiervoor op 2 augustus 1914 officieel in dienst gesteld en bleef tot 1918 voor de Koninklijke Marine actief. De sleper werd bewapend met twee kanonnen van 3,7 centimeter.

Op reis
Na uitgebreid te hebben gebunkerd, vertrok de Witte Zee op 12 september 1916 met de KI aan de tros uit Den Helder. Drie dagen later werd het transport bij Quessant beschoten door een Frans patrouillevaartuig. Dit gebeurde ondanks het feit dat aan beide kanten op de romp van de zeesleper duidelijk met grote letters de naam Witte Zee – Rotterdam stond. Op 26 september werd het transport voor de kust van Tunesië opnieuw onder vuur genomen. Deze keer door de Engelse P&O-liner Mongolia. Beide keren kwam het transport er zonder averij vanaf. De reis ging via Duins, Vigo, Malta, Port Said door het Suezkanaal naar Ismailia, daarna naar Aden en Colombo met als eindbestemming Sabang. Op 6 november, circa zeven weken na het vertrek van het Nieuwe Diep, kwam het transport daar veilig aan. De KI ging vervolgens op eigen kracht naar Batavia, maar wel onder begeleiding van het pantserschip Zr.Ms. Koningin Regentes. De onderzeeboot werd bemand door 17 koppen. Boven water bedroeg de waterverplaatsing 330 ton en onder water 358 ton. De voortstuwing bestond uit twee diesels van elk 850 pk en twee elektromotoren van 157 pk. Boven water kon een snelheid van 17 knopen worden gehaald, onder water van 8,5 knopen. De bewapening bestond uit drie torpedobuizen van 45,7 centimeter diameter. De KI zou tot 1928 in Nederlands-Indië dienst blijven doen om hierna van de sterkte te worden afgevoerd.

Auteur Paul Schaap heeft dit artikel op 26 november 2020 speciaal voor de internetsite Maritiem Den Helder geschreven. De informatie en foto’s komen uit zijn eigen archief.