10 december 2020
Financiering grootste windpark ter wereld rond
Door Paul Schaap
Eind november ging de vlag uit bij het Dogger Bank Wind Farm consortium, het 50/50 samenwerkingverband van het Schotse SSE Renewables en het Noorse Equinor. Samen gaan deze energiemaatschappijen op de Doggersbank, midden op de Noordzee, het grootste offshorewindpark ter wereld realiserenen exploiteren. Dit park gaat 2,4 GW aan energie opleveren.
Gestart wordt met de aanleg van de parken Dogger Bank A en Dogger Bank B. Deze eerste twee van in totaal drie fasen vergen een investering van bijna 7 miljard euro.
Het consortium heeft met 29 banken en drie andersoortige geldinstellingen contracten gesloten voor de financiering van de aanleg van de parken Dogger Bank A en Dogger Bank B (voorheen Creyke Beck A en B). Dit betreft de eerste twee fasen van het ambitieuze project die in 2026 moeten worden afgerond. Het ruimtebeslag voor het eerste project is 2.000 vierkante kilometer en voor het tweede project 1.500 vierkante kilometer. Zowel park A als B krijgt een capaciteit van 1,2 GW en beide worden voorzien van de allergrootste windturbines ter wereld. Dit zijn GE Haliade-X turbines met een capaciteit van 13 MW, een rotordiameter van 220 meter en drie 107 meter lange bladen.
In zowel Dogger Bank A als Dogger Bank B worden 95 van deze windturbines geïnstalleerd. Het contract voor de levering van deze 190 turbines is gesloten met GE Renewable Energy. De installatie hiervan, op ruim 130 kilometer uit de kust van het Engelse graafschap Yorkshire, gaat begin 2022 van start. GE is nu nog volop aan het experimenteren met het prototype dat op de Tweede Maasvlakte staat opgesteld. De aanleg van de eerste twee parken moet in 2026 zijn afgerond. Dan is hiermee 2,4 GW aan capaciteit beschikbaar, voldoende om 1,4 miljoen Britse huishoudens van energie te voorzien. Het Dogger Bank Wind Farm consortium wil hierna ook nog de derde fase, Dogger Bank C (voorheen Teesside A), gaan realiseren. Dit wordt eveneens een 1,2 GW windpark. Is het project helemaal afgerond dan staan er drie parken met in totaal een capaciteit van 3,6 GW. Bijna gelijk met het rondkomen van de financiering voor de eerste twee fasen is bekend geworden dat er ook contracten gesloten zijn voor de afname van alle energie die de beide parken gedurende de eerste vijftien jaar van hun bestaan gaan opwekken. De grootste afnemer wordt Ørsted met 960 MW, gevolgd door Shell, Danske Commodities en SSE Energy Supply elk met 480 MW. De eerste energieleveranties zullen al in 2023 plaats vinden wanneer een deel van de turbines offshore is geïnstalleerd.
Bijzondere schepen
Voor de aanleg van de eerste twee parken heeft het consortium reeds een aantal contracten gesloten. Zo zal het transport en de installatie van de zware stalen fundatiepalen (monopiles) en de bijbehorende verbindingsstukken (transition pieces) worden uitgevoerd door de Noorse zwaartransportrederij Offshore Heavy Lift (OHT). Deze laat hiervoor bij China Merchants Heavy Industry het grootste en meest geavanceerde
halfafzinkbare windturbine-installatievaartuig ter wereld bouwen. Dit 218 meter lange vaartuig gaat Alfa Lift heten en zal straks in een keer 16 fundatiepalen en 16 verbindingsstukken kunnen meenemen. Voor het installatiewerk wordt het vaartuig uitgerust met een offshorekraan met een hefcapaciteit van 3.000 ton. Het ontwerp van de Alfa Lift is van de hand van Ulstein Design & Solutions uit Rotterdam. Het vaartuig wordt eind 2021 opgeleverd.
Voor het installeren van de windturbines heeft het consortium een contract gesloten met Jan De Nul. Deze Belgische aannemer laat hiervoor het grootste hefschip ter wereld, het windturbine-installatievaartuig Voltaire, bouwen bij Cosco Shipping Heavy Industry in Nantong in China. Dit vaartuig,
uitgerust met een 3.000-tons offshorekraan van het fabrikaat Huisman, komt in 2022 in de vaart. Het Belgische DEME Offshore heeft op haar beurt de opdracht ontvangen om alle zogeheten inter-array energiekabels in de beide parken aan te leggen. Hiervoor komt de Living Stone in actie. Dit kabellegschip gaat in totaal 650 kilometer aan 66kV kabel installeren. Tot slot is met de Noorse platformbouwer Aibel een bouwcontract gesloten voor twee transformatorplatformen en is op 17 november bekend gemaakt dat Sif uit Roermond samen met partner Smulders de fundatiepalen en verbindingsstukken mag gaan leveren. Voor dit laatste is in totaal 260 kton aan staal nodig.
Uitvalsbasis voor een deel van het werk wordt Able Seaton Port bij Hartlepool, waar GE Renewable Energy ondertussen is neergestreken. Verwacht wordt dat ook andere Noordzeehavens van het megawindproject profijt zullen hebben.
Het laatste nieuws is dat begin december zowel SSE Renewables als Equinor elk 10 procent van hun belang in de parken Dogger Bank A en Dogger Bank B hebben verkocht aan de Italiaanse multinational Eni. De aandeelhoudersverdeling komt hiermee op SSE 40 procent, Equinor 40 procent en Eni 20 procent.